zaterdag 7 februari 2015

Keramiek van Petrus Regout

Een deel van het P. Regout aardewerk.
Case 07: Petrus Regout. In een bekende kustplaats in Nederland vond een groot infrastructureel project plaats direct aan de boulevard. Tijdens de archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden werd een grote hoeveelheid keramiek aangetroffen.  Een deel van dit aardewerk was van het merk Petrus Regout, in veel opzichten de belangrijkste keramiekfabrikant van Nederland in de 20e eeuw.

Vermoedelijk gebruikten vrijwel alle hotels en uitspanningen daar op de boulevard op enig moment tafelwaar van Regout in hun bedrijfsvoering. En wat kapot ging, verdween kennelijk regelmatig op het strand, of andersom. De verzameling bevatte een grote verscheidenheid aan 'beeldmerkjes' die te dateren zijn (zie foto) en bood een prachtig doorkijkje in de geschiedenis van dit stadje als badplaats. Likkebaardend zagen historisch geïnteresseerden langs de kant van de werkput toe hoe deze vondsten één voor één in de zakjes van de archeoloog verdwenen: "Wat een heerlijk onderzoek zou het zijn om uit te zoeken in welke hotels uit het verleden dit goed ooit op tafels had gestaan, hotels die de oudste bewoners zich nog net herinneren uit hun jeugd. Uit de merkjes was misschien wel de hele geschiedenis van de boulevard van de 20e eeuw te volgen."

Echter, de formele verplichting die deze archeoloog had vanuit wat hem vanuit wat hem was opgedragen, mocht dat soort aardewerk absoluut niet verzameld worden! Die moderne rommel zou het project ten slotte veel te duur maken, viel dus buiten het Programma van Eisen en het "kan toch niet zo zijn dat een grote projectontwikkelaar de hobby van archeologen gaat financieren?"

Of de archeoloog zich op dat moment bewust was van de Ethische Code van de Nederlandse Vereniging van Archeologen vertelt het verhaal niet. Deze code zegt namelijk dat "de inhoudelijk professionele archeoloog heeft [...] een unieke verantwoordelijkheid tegenover collega’s en samenleving in het beoordelen of en in hoeverre buiten programma’s van eisen vallende periodes en aspecten toch onderzocht moeten worden. Vanuit zijn deskundigheid zal dit beginsel hem of haar bij twijfel ten voordele laten beslissen van de niet voorziene lagen, perioden en aspecten." (zie de website van de NVVA). Geïnspireerd door deze code of niet, de archeoloog zag een verhaal in deze scherven en besloot ze te bewaren. 

Maar alas, zoals dat gaat in het archeologische proces is zo'n beslissing meestal een vergissing. De vondsten, die niet geregistreerd mochten worden op last van het Programma van Eisen, vielen in feite administratief buiten de boot. Als dat eenmaal gebeurd is, wordt het ook praktisch heel lastig ze op een goede manier nog weer in te voegen. Op alleen al de rompslomp die dat soort pogingen met zich mee kunnen brengen kon het archeologische project failliet gaan. Kortom: het systeem dicteerde:  "Heel mooi archeoloog dat jij een verhaal ziet dat van belang kan zijn voor die stad, maar als je dat wil uitzoeken, dan doe je dat maar op een zondag in je eigen tijd. Morgen sta jij gewoon weer elders in de klei..."

De conclusie van dit verhaal is dat de archeoloog geen tijd vond uiting geven aan zijn hoofdtaak:  het vertellen van het verhaal en het behouden van potentieel (lokaal) waardevol erfgoed. Het zakje met scherven bleef liggen, en liggen, en liggen, tot de archeoloog het in wanhoop en met het oog op de aanstaande voorjaar opruiming het over droeg aan de Dienst, in de hoop dat zij dit erfgoed toch konden ontsluiten.


De Dienst is echter geenszins van plan dit object werkelijk in behandeling te nemen. Als het archeologisch bevoegd gezag in feite al een uitspraak heeft gedaan dat dit soort vondsten niet belangrijk zijn, dan doet de Dienst waar zij goed in is: zij volgt die beslissing en verschroot het materiaal. Kuststadje X heeft pech gehad, en daarmee uit.

Case closed: object 7, de collectie scherven Petrus Regout, is op heden 7 februari ter recycling aangeboden en vernietigd. 







Societe Ceramique.

Petrus Regout circa 1899.











Beeldmerk van het veel zeldzamere F. Regout, circa 1890-1894.